“Blauw!” roept Tijm zo hard als hij kan terwijl hij zijn wijsvinger op mijn trui richt. Ik vind het een interessante observatie van het tweejarige mannetje. Dat zit vooral in het feit dat ik zelf stellig overtuigd ben van het gegeven dat mijn groene trui toch echt groen is. Even twijfel ik of ik het zoontje van goede vrienden, die op deze zomerse Nijmeegse vierdaagsedag met zijn vader en mij de stad in is, zal corrigeren. Dat is voor mijzelf een natuurlijke reactie. Geeft iemand een weergave van de werkelijkheid die niet strookt met die van mij, dan zet ik daar graag mijn eigen versie tegenover. Noem het betweterig of eigenwijs, maar blijkbaar haal ik graag m’n gelijk. Waarom? Geen idee eigenlijk. Het levert doorgaans maar weinig warme reacties op en nog nooit ben ik gecomplimenteerd voor de nieuwe kennis die ik dacht in te brengen.
Daar stond ik dan, lijnrecht tegenover de tweejarige, hij zag blauw en ik wist groen. In plaats van hem te verbeteren en m’n gelijk te halen besloot ik anders. “O?” zei ik, enigszins tot m’n eigen verbazing. “Is het blauw Tijm?” “Ja!” zegt het jochie enthousiast, “strak blauw!” Ik kijk nog eens goed maar kan met geen mogelijkheid bedenken wat er nu zo blauw is aan mijn effen groene trui. Ik zie geen vlekken, heb geen blauwe riem om en ook m’n broek is bij mijn beste weten eerder bruin of hooguit grijs, maar in ieder geval geen blauw. Dan toch maar zeggen dat hij zich vergist? Ik besluit van niet en vraag nog eens door. “Waar is het blauw Tijm?” “Dááááár” zegt Tijm en wijst nu over de volle breedte van de horizon. Het gaat helemaal niet over m’n trui, bedenk ik me pas dan. Tijm wijst naar lucht die zojuist is opengetrokken. Een intens blauwe hemel die zijn vader altijd ‘strak blauw’ noemt en hij nu dus ook.
O leidt tot meer nabijheid
Het was mij nog niet opgevallen dat de toch al zomerse dag nog zomerser zou worden. Nieuwe informatie dus, waar deze tweejarige me mee weet te verblijden. De kracht van de ‘O-vraag’ zorgde ervoor dat ik iets nieuws heb geleerd en bovendien een trotse Tijm tegenover me had, die – in plaats van gecorrigeerd – juist wist dat hij iets had bijgedragen. Twee waardevolle uitkomsten, dat was me als betweter nog nooit gelukt in vergelijkbare situaties. En nu? Nu probeer ik het overal te doen waar een meningsverschil dreigt. De kracht van het O leidt bijna altijd tot nieuwe informatie en in ieder geval tot meer nabijheid in plaats van meer afstand.
De kern van gedeeld eigenaarschap
De kern dus, waar het aankomt op gedeeld eigenaarschap. Inmiddels weet ik dat samenwerking in complexe en gevoelige trajecten voor 90 procent draait om hoor en wederhoor tussen partijen. Ik merk dat zelf in discussies rond de transitie naar duurzame energie. Bied de ongehoorde een oprechte plek aan de tafel en luister. De optimale oplossing met de meeste actiegerichtheid is nog altijd de meest gedragen oplossing. Vooral wanneer je bedenkt dat nagenoeg alle conflicten en verschillen in zienswijzen niet terugvoeren op feiten of de waarheid, maar vooral op waarden en smaak. De een kiest liever rood, de ander liever blauw, maar luister, behandel gelijkwaardig, leer en neem mee. Een werkwijze die ik ook graag eens zou zien rond de gasboringen in Groningen of de vluchtelingenopvang in dorpen en steden.
Geef een reactie